Coronacrisis hakt ook in op de Belgische aardappelindustrie in 2020. Volume aardappelen voor verwerking het laagst in drie jaar.
Niemand kon ernaast kijken in de media vorig jaar : de coronapandemie hakte stevig in op de Belgische aardappelsector. In een seizoen 2019-2020 met een evenwicht op de vrije markt, werden telers en afnemers van de ene dag op de andere geconfronteerd met een wereldwijde lockdown en het instorten van de vraag vanuit de horeca en food service. De aardappelprijs op de vrije markt daalde spectaculair naar deze van het dierenvoeder, mede als gevolg van de beslissing van handel en industrie om de contracten correct na te komen. Immers dit zorgde voor een vrije val van de vraag en de prijs vrije aardappelen. Deze vrije markt vormt voor het grootste deel van de telers een noodzakelijke aanvulling voor hun inkomen uit de aardappelteelt. Na de impact van de klimaatproblematiek was het seizoen 2019-2020 welgekomen om het inkomen uit de aardappelteelt dat berekend wordt over meerdere seizoenen voor veel producenten in evenwicht te brengen. Helaas zorgde COVID-19 voor een andere ontwikkeling.
Als gevolg van de wereldwijde vraag kende de Belgische aardappelketen de voorbije decennia een continue groei geïllustreerd door de cijfers van verwerkte aardappelen van de industrie met een groei van 500.000 ton in 1995 tot 5,43 miljoen ton in 2019
Dalende trend van alle cijfers in 2020
De door Belgapom, de Belgische aardappelhandel en verwerking gepubliceerde cijfers voor 2020 illustreren de inslag van de pandemie op deze sector: in totaal werd slechts 5,08 miljoen ton aardappelen verwerkt tot friet, pureeproducten, chips en vlokken, terwijl dat jaar in alle bedrijven een nieuwe groei gebudgetteerd was. Dit betreft een daling met 4 % t.o.v. 2019, waarmee de productiecijfers het laagste niveau in 3 jaar bereiken.
Daarnaast resulteerde de coronacrisis ook in een daling van de investeringen met 248 miljoen euro in 2020 met 15 % terwijl ook de rechtstreekse tewerkstelling in de sector een klap kreeg met een daling met 16,5 % van 5.001 werknemers vorig jaar tot 4.179 eenheden in 2020.
Het productiecijfer in het segment diepgevroren friet liep terug met bijna 100.000 ton (van 2,23 mio ton naar 2,13 mio ton) zijnde 4,5 %. De impact op de productie van gekoelde friet was verhoudingsgewijs veel groter met 66.000 ton (- 18,7 %). In de andere producten (pureeproducten, chips, vlokken en granulaten) was de daling beperkt tot 11.000 ton (van 684.000 ton tot 671.000 ton), zijnde 2 %.
Deze cijfers illustreren eerdere berichten met betrekking tot de impact van de sluiting van food service en het behoud van de consumptie van aardappelchips of de tijdelijke groei van de verkoop van diepvriesaardappelen.
Anderzijds illustreren de exportcijfers van diepgevroren aardappelproducten voor 2020 dat de Belgische producenten de achteruitgang t.o.v. de cijfers voor de bedrijven in de buurlanden hebben kunnen beperken. Dit kan verklaard worden door het feit dat de Belgische industrie zich meer richt op de retail dan de bedrijven in Nederland en Frankijk. We mogen daarbij ook niet vergeten dat heel wat Belgische aardappeltelers hun aardappelen vermarkten via verwerkingsbedrijven in deze landen, waardoor de impact van de pandemie op deze akkerbouwbedrijven groter is gebleken.
Tot slot zal ook de Brexit een rol gespeeld hebben op de productie en vermarkting van diepgevroren aardappelproducten. Het Verenigd Koninkrijk is na Frankrijk de belangrijkste afnemer van deze producten. Met het oog op de Brexit eind december was de uitvoer over het kanaal sterk gestegen. Het lijkt evident dat er begin 2021 een correctie van deze cijfers mag verwacht worden.
2021 het jaar van de hoop, maar ook van de grote uitdagingen.
De enigszins onverwachte beschikbaarheid van diverse werkzame Covid-19 vaccins opent voor ons allen perspectieven voor de tweede helft van 2021. Hopelijk kunnen de maatregelen zoals lockdowns, avondklokken of het verbod op events ingetrokken worden, en kan het leven zo stapsgewijs terug naar ‘normaal’ evolueren.
De rol van horeca en food service is immers cruciaal voor het herstel van de Belgische en wereldwijde aardappelmarkt. Op vandaag is het nog onduidelijk wanneer en hoe het normale leven zich zal herstellen.
Al moeten we ook wijzen naar de grote uitdagingen waarmee de aardappelketen geconfronteerd wordt. Denken we maar aan de Europese “Green Deal” en “Farm to Fork strategy”, die de ganse keten verder moet verduurzamen en CO2 neutraal of circulair moet maken. In alle schakels van de aardappelketen worden op dit vlak momenteel oefeningen uitgewerkt genomen en op bedrijfsniveau werken operatoren aan een duurzaamheidsplan en -rapportering.
Illustratief hiervoor is de omschakeling van bewaring van consumptieaardappelen met de chemische kiemremmer CIPC, die vanaf het seizoen 2020-2021 is verboden. Intussen heeft de keten natuurlijke middelen op basis van munt- of sinaasappelolie, ethyleen of het in aardappelen aanwezige 1,4 DMN geïmplementeerd. De Europese aardappelsector neemt daarmee een voorsprong t.o.v. de rest van de wereld, en dit zo snel dat de andere landen (o.a. i.v.m. de erkenning van deze middelen) niet steeds kunnen volgen.
Maar ook het protectionisme steekt helaas steeds meer de kop op: van nationaal uitgebouwde labels tot onterechte antidumpingmaatregelen worden uitgewerkt om het bestaande handelsverkeer te verhinderen en een filosofie van ‘eigen producten eerst’ uit te werken - ook al is dit niet steeds de meest duurzame ontwikkeling.
Belgapom wil samen met de NGO Trias verder inzetten op de steun van de aardappelteelt in ontwikkelingslanden, maar hoopt dat de EU ook verder het beleid van vrijhandel als driver voor de groei van welvaart en welzijn hoog in het vaandel blijft houden.
In elk geval ziet de Belgische en Europese aardappelketen ernaar uit om op de Europese aardappelexpo Interpom 2021 in Kortrijk XPO van 28 tot 30 november eindelijk opnieuw elkaar te mogen ontmoeten, want meer dan welke sector ook heeft de aardappelketen nood aan persoonlijke contacten.